Het interview vindt plaats in het appartement van Patrick van der Doef in zijn woonplaats Amsterdam. Zijn werkkamer kijkt uit op De Zuidas, ook wel het ‘Manhattan van Amsterdam’ genoemd: een nieuwe wijk in de stad met indrukwekkende woontorens en kantoren. In zo’n inspirerende omgeving moet het heerlijk zijn een boek te maken over moderne architectuur. Dat beaamt ook de auteur. ‘Als je van architectuur houdt, dan is dit zeker dé plek om te wonen en te werken’. Op zijn bureau liggen tal van (foto)boeken over moderne architectuur. ‘Het is een uit de hand gelopen hobby. Maar ik houd ook van reizen. Ideaal als je altijd op zoek bent naar bijzondere architectuurlocaties.’ Inmiddels heeft Patrick ruim veertig steden in zeventien verschillende landen bezocht om voor zijn boek foto’s te nemen van iconische gebouwen. 

 

Patrick, kun je vertellen waarom je dit boek hebt gemaakt?

‘Ik reisde de hele wereld over, ging voornamelijk naar grote steden. Wat mij aantrok waren vaak de iconische gebouwen. Zowel die uit deze tijd als uit het verleden, maar vooral gebouwen met een moderne architectuur van de laatste twintig jaar. 

Ik ben grafisch ontwerper en bekeek ze vooral visueel. Ik probeerde ze in al hun aspecten op de foto vast te leggen, en wilde me verder verdiepen in het uiterlijk en het idee erachter. Wel zijn er genoeg boeken over stromingen in de moderne architectuur of over bekende internationale architecten, maar jammer genoeg kon ik geen boeken vinden die mij verder hielpen in mijn zoektocht. Zo kwam ik op het idee om dit fotoboek te maken.’

 

Voor wie is dit boek bestemd? 

‘Voor iedereen die van reizen houdt en ook graag meer wil weten van moderne markante blikvangers in steden overal in de wereld. Zodat je deze iconische gebouwen ziet als een symbool van deze tijd. Of zoals de beroemde Braziliaanse architect Oscar Niemeyer het zo mooi verwoordde: “Architecture is not just a matter of technology, but a manifestation of mind, imagination and poetry”. 

Ik heb bij alle gebouwen in mijn boek geprobeerd erachter te komen wat de architect ertoe dreef om zijn gebouw te realiseren. Dat was soms heel verrassend.’ 

 

Wat is je criterium geweest voor je (foto)selectie van gebouwen? Of was het willekeur?

‘Oh nee, zeker geen willekeur. Ik heb tijdens al mijn reizen meer dan honderd verschillende (moderne) gebouwen gefotografeerd zonder een vastomlijnd plan. Toen een dik jaar geleden het idee van een boek vorm kreeg, heb ik criteria gesteld. 

1. Het moet een icoon zijn in de stad of wijk (zoals Burj Khalifa in Baku - pag. 100).

2. Het gebouw kan als art work worden gezien (waaronder Louis Vuitton Foundation in Parijs - pag. 208).

3. Het moet een aandachtstrekker zijn (bijvoorbeeld The Oculus in New York – pag. 194).

4. Het moet een kunstobject zijn (neem Walt Disney Concert Hall – pag. 150).

Zo heb ik uiteindelijk deze 59 gebouwen geselecteerd. Ik moet wel zeggen: het was niet makkelijk om een keuze te maken. Wat zijn er wereldwijd toch prachtige iconische gebouwen!’

 

Noem eens een paar grote verrassingen tijdens al je reizen?

‘Twee gebouwen hebben echt mijn hart veroverd: Walt Disney Concert Hall van de Amerikaanse architect Frank Gehry (pag. 150) en het Culture and Art Centre (MICA) in de Chinese stad Changsha van de Iraaks/Britse architect Hadid Zadid (pag. 81). Haar ontwerp is opvallend gedurfd met vloeiende vormen.

Maar ook wat betreft steden was ik verrast. New York heeft buiten de bekende iconen, zoals het Chrysler Building en het Empire State Building, sinds de 21e eeuw prachtige nieuwe blikvangers (zie pag. 182-194). 

En Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten. Deze stad is niet zo bekend als het gaat over moderne architectuur maar wat ik daar zag overtrof me geweldig. Met zes gebouwen in het boek overtreft het zelfs Dubai en New York.

Qua land de grote verrassing? China! Na de Olympische Spelen in Beijing (2008) zijn er veel opvallende moderne gebouwen verrezen. Niet alleen in de hoofdstad Beijing, maar ook in steden als Shanghai, Suzhou, Hangzhou, Shenzen, Nanjing. Beroemde architecten uit heel de wereld hebben er adembenemende gebouwen neergezet.’

 

Wat viel je nog meer op? 

‘Het “Bilbao-effect”.’ 

Pardon?

‘Sinds 1997, toen in Bilbao het futuristische Guggenheim Museum werd geopend, is er een ware hausse aan icoonarchitectuur ontstaan. Bilbao was een industriestad in verval, maar is door het ontwerp van architect Gehry een toeristische attractie geworden die jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers trekt. Dit wordt het “Bilbao-effect” genoemd. Nu willen veel steden in de wereld een soortgelijk icoon. Kijk naar Valencia (Spanje), Milwaukee (VS), Changsha (China) en niet te vergeten het Midden-Oosten (Abu Dhabi en Doha). Maar ook multinationals, Chinese staatsinstellingen en hotels willen opmerkelijke gebouwen die ze gebruiken als hun “visitekaartje”. En de laatste jaren is het effect ook overgeslagen naar woontorens en appartementenblokken: zij fungeren als visitekaartje voor het publiek en de bewoners.’

 

Nou begrijp ik in jouw boek de verscheidenheid van gebouwen. 

‘Klopt. Ik heb geprobeerd een mix te maken tussen musea, kantoorgebouwen, hotels en appartementen. Die allemaal gebouwd  zijn na het “Bilbao-effect”, dus eind 20e eeuw. Op een gebouw na: die van architect Oscar Niemeyer in de stad Niteroi, Brazilië, vlakbij Rio de Janeiro.’ 

 

Hoe kom je aan al die verschillende gebouwen en informatie?

Tijdens mijn reizen heb ik natuurlijk al zelf veel ontdekt, maar met behulp van internet en boeken over moderne architectuur ben ik veel te weten gekomen. Via internet was het wel een hele puzzel. Als je een nieuw gebouw had gevonden, wil dat nog niet zeggen dat Google of Google Maps jou kan uitleggen waar het precies in die bepaalde stad staat. En nieuwe gebouwen, vooral in aanbouw, hebben vaak nog een werktitel. Google gebruikt deze ook, maar Google Maps weer niet. 

Je moet ook oppassen met foto’s van splinternieuwe gebouwen. Die zijn vaak afkomstig van architectenbureaus en speciaal gemaakt voor presentaties. De gebouwen komen ‘echt’ over, maar na research blijkt dan dat ze nog in aanbouw zijn of dat het om maquettes gaat.

Voor de concepten van gebouwen maakte ik gebruik van websites van de architectenbureaus, Wikiarchitectura en boeken. Het grootste probleem was de informatie over gebouwen in China. De bekendste staan op Wikipedia, maar niet alles en dat was een uitzoekerij. Gelukkig had ik contacten in China die mij helpen.’ 

 

Patrick, tot slot: wat wil je bereiken met dit boek? 

Wat ik wil bereiken met dit boek? Ik hoop dat lezers bij het zien van de foto’s en het lezen van de idee achter het ontwerp met andere, bewonderenswaardige ogen naar de moderne iconen van een stad gaan kijken. Sta even stil bij de vraag: hoe of waarom is zo'n architect nou tot dit idee gekomen? En geniet van de zinnenprikkelende constructies.’